Bus of auto lijkt me een afweging tussen budget en vrijheid. Voor
500 euro heb je twee circleroad bus passports, maar voor dat geld
kun je waarschijnlijk nog geen week een auto huren. Aan de andere
kant moet je er rekening mee houden, dat de meeste bussen maar één
keer per dag gaan, zodat je beperkt bent in de hoeveelheid plaatsen
die je kunt zien. Voordeel hiervan is weer, dat je minder geneigd zal
zijn om van attractie naar attractie te hollen. Toch denk ik, dat
ALS je het geld hebt, de auto de voorkeur verdient.
De benzineprijzen zijn dacht ik iets hoger dan in Nederland. Maar
in vergelijking met de prijs van andere goederen opvallend laag.
Opletten moet je op loslopende schapen en af en toe een hond. Rij vooral niet te hard bij slecht weer, zeker niet op onverharde wegen.
Tegenwoordig zie je steeds vaker borden die bezienswaardigheden
aangeven, maar alleen in de buurt ervan. Verwacht dus niet tien
kilometer van te voren, of bij een afslag al richtingaanwijzers te
zien. Voor bezienswaardigheden die iets verder van de rondweg
afliggen, kom je dus vaak geen bord tegen. Een gids (of twee) is
zeker aan te raden. Ik gebruiker er zelf een stuk of vijf, waarbij ik
de genoemde plaatsen op één landkaart verzamel.
–
Michiel Erens